Help, een muis!

6/12/20234 min read

Ik hou van mijn tuin.

Van de planten en insecten. De vogels, de egel, de magnolia en de vlier. Van de vijver. En de dynamiek die er heerst.

Hij is niet groot.

Onze tuin.

Maar zó mooi! Vol groen blad, heel veel bloemen, bijen, hommels, zweefvliegen, kevers, spinnen en wantsen. Zelfs de luizen bekijk ik onderzoekend.

En ik snap je…

Ik vind mezelf ook een beetje raar.

Maar de samenhang tussen alles wat leeft – hoe we elkaar allemaal beïnvloeden – ik vind dat magisch.

Fladderende nachtbrakers
In de tuin ervaar ik rust en nieuwsgierigheid. Kom ik vaak tot inzichten. Zij is super belangrijk voor mijn mentale gezondheid.

We verzorgen haar dan ook goed. In droge tijden zoals nu, geven we af en toe wat water.

Niet dat ze veel nodig heeft – hoe meer bomen en planten, hoe gezonder zo’n mini-ecosysteem is. En een gezond ecosysteem houdt lang water vast en werkt verkoelend.

Terwijl ik de planten van bovenaf besproei alsof het een zomers buitje is – lekker voor die stoffige bladeren – vliegt er een goudgele nachtvlinder uit de fuchsia.

Meteen switcht er iets in mijn brein.

Ik draai de kraan dicht, leg de slang neer en volg de vlinder met mijn blik. Ik verwacht dat hij snel weer gaat zitten op een andere plek in de tuin, want hij blijft laag vliegen.

Als ie zit ren ik naar binnen. Snel m’n mobiel pakken. Kijken of ik een foto kan maken en of ik kan achterhalen welke soort het is. Of ik die al eerder in de tuin heb waargenomen of niet. Ja, ook dat houd ik bij ;)

Helaas vind ik het beestje niet terug. De plek is lastig bereikbaar voor me, en ik wil de vlinder niet nog een keer verstoren. Want ik ben me ervan bewust dat dat is wat ik doe als ik ineens een koude straal water op zijn rustplaats richt.

Ik ga door met wateren als er even later weer een motje om m’n oren dwarrelt. Deze kiest wel het luchtruim. Op zoek naar een nieuwe rustplek of misschien al beginnend aan zijn ‘dag’ (en onze nacht). Riskant, want het is nog licht en vogels houden wel van zo’n makkelijke snack.

Samen leven
Ik richt me op de andere kant van m’n tuin.

Sta relaxed, zonder echt ergens aan te denken. Lekker op de blote voetjes, shirt uit en genietend van het weer.

Plots schiet er een muis langs m’n voeten. Super snel! Niet eens echt te zien met het blote oog, maar toch weet een mensenbrein het wel als het een muis registreert. Toch? ;)

Ik schrik echter niet. Zijn aanwezigheid is voor mij normaal. Ik weet dat ze in de tuin leven, zelfs af en toe in huis lopen.

Ben ik blij met dat laatste? Niet per se. Ook ik heb m’n grenzen.

Tegelijkertijd maak ik me er ook niet heel druk om. Ik vind het onnatuurlijk en egoïstisch om te denken dat er in en om ons huis geen andere beesten mogen zijn.

Wij leven in hun omgeving hè.

Daarmee zeg ik niet dat wij dat recht niet hebben. Maar welk recht hebben wij mensen om die dieren vervolgens overal te weren? Just a thought

Laat je niet leiden door angst
Ik zwenk de waterstraal naar rechts. Blijkbaar raak ik de geschrokken muis weer, want hij schiet razendsnel naar het volgende tunneltje.

Ik bedenk me dat ik begrijp dat mensen hiervan schrikken. “Ik ben bang voor muizen”, zeggen ze vaak.

Are you one of them? ;)

Ik denk dat dit onterecht is en niet klopt.

Je bent bang voor (de emotie van) het schrikmoment, niet per se voor het beestje zelf. Die muis doet jou niks. Hij is veel banger voor jou. En terecht.

Gelukkig is het vaak stil in mijn geliefde stadsjungle. En zie ik de muizen geregeld in rust leven. Zo rustig als een muizenleven – dat veel vijanden kent – kan zijn.

Dan zie ik hoe aandoenlijk ze zijn. Hoe ze doldwaze en komische klimpartijen, sprongen en sprints inzetten. Hoe slim ze zijn. En volhardend.

Ik vind ze leuk en tegelijkertijd vervelend (in huis). Besef me ook hoe tegenstrijdig dat is. Alsof zij de grens (h)erkennen, die de drempel voor mij is.

(On)gewenst
En weet je?

Ik snap dat je nog steeds denkt dat ik gek ben als je dit leest.

Maar ik wil slechts zeggen; we hoeven zelden bang te zijn voor andere levende wezens in onze omgeving.

We begrijpen ze alleen niet (meer). En dat is zonde.

Daardoor wordt het ‘ongedierte’ en ‘onkruid’.

Maar wie bepaalt die definitie? Wat voor de één onkruid is, vindt de ander fantastisch in zijn tuin. Want het mag dan woekeren, maar zit wel vol bloemen (waar de lokale insecten dol op zijn).

Is het nu onkruid of niet?

Stoepplantjes.

Laten we ze voortaan zo noemen. Heb ik niet zelf verzonnen hoor, maar ik vind het een mooi woord.

En de muis?

Ongedierte?

Of dier?

Levend wezen?

Medebewoner?

Ik verzeker je: voor muizen en spinnen hoef je het minst bang te zijn.

Zoom in en zie het grotere plaatje.

Kijk naar de natuurlijke wereld om je heen. De bloemen in je tuin, op de stoep en langs de sloot. De insecten die erop landen. De vogels die om je heen vliegen.

Je bent onderdeel van iets groots en iets magisch!

Zie het alsjeblieft mooi mens.

Het gevaar ligt niet daar buiten, maar verschuilt zich in de schaduwen van een ongezonde leefstijl, nieuwsberichten en algoritmische bubbels op je telefoon.

Omarm de natuur weer. Deal met je angsten. De kracht die je buiten je ziet, zit ook in jou.

Gebruik hem ten goede.

Praat erover met mensen. Neem niet alles voor waarheid aan.

Denk.

Zelf.

Na.

Reconnect with nature.

Reconnect with yourself.